NIEUWPOORT BINNEN DE MUREN

affiche - samensteller

IJzermonding voor de bedijking van de regio

monding van de ijzer   Karel Loppens tekende deze kaart op basis van opgravingen. Zo zag de kuststrook tussen Middelkerke en de Franse grens er uit, vóór de aanleg van de verschillende dijken. De oudste dijk kwam er in de 11de eeuw.

In de duinengordel, die zich langs de hele linkeroever van de IJzermonding, tussen Oostduinkerke en Ramskapelle uitstrekte, lag een hoge duin, Santhooft (Sandeshoved) genaamd. Er ontwikkelde zich hier een vissersnederzetting. De duin is nog altijd voelbaar, nl. in de Hoogstraat en de Recollettenstraat. Het hoogteverschil bedraagt toch wel een paar meter.

Kaart door Karel Loppens in 1942 gtekend.

Op de site van Sandeshoved kwam een “nieuwe stad”, Novus Portus.

Nieuwpoort was 1 van de 6 stadjes gesticht door de graaf van Vlaanderen, Filips van den Elzas. Die steden speelden een rol in de economische uitbouw van de kustvlakte.

De straten werden volgens dambordvormig patroon aangelegd. Het centrale gedeelte (Langestraat, Kokstraat, Schipstraat) lag  op het hoogste punt. Hier werd ook de vierkante markt aangelegd. De haven bevond zich aan het laagste gedeelte.

Tussen de markt en de haven werden, in rechte lijn, een vijftal evenwijdige straten getrokken. Ze werden  door rechte “duerstraetkins” doorsneden.

In 1163 ondertekende Graaf Filips van de Elzas  de Keure van Nieuwpoort. Hierdoor werd Novus Portus erkend als stad.

“Ik, Philippus, door de gratie Gods, Graaf van Vlaanderen, laat weten aan alle tegenwoordigen en toekomenden, dat ik de huidige wet verleend heb aan mijne inwoners der nieuwe versterkte stad.”
De Keure van Nieuwpoort is de oudst bewaard gebleven geschreven stadskeure in Vlaanderen. Het document werd in het Latijn opgesteld en voorzien van de zegel van de graaf. Het document bevindt zich in het Nieuwpoorts archief.

De Keure toont hoe de graaf van Vlaanderen niet alleen de rechtspraak, maar ook het bestuur van de stad regelde. De rol van schepenen, stadsbestuurders, rechters en zijn eigen ambtenaren werd vastgelegd. De Keure bevat ook een tollijst, die de economische activiteiten van de stedelingen in kaart brengt.

stadskeure

De Stadskeure

In dit artikel schreef Portus (pseudoniem voor René Dumon) dat, nergens in de Keure de naam Novus Portus vermeld werd. Om problemen te voorkomen werd op de achterzijde in het Latijn, de zin "De keure van Nieuwpoort van Graaf Philips" genoteerd.   pers stadskeure

In de loop van 860 jaar bestaan, wist de Keure, tot driemaal toe, aan een volledige vernieling te ontsnappen.

In 1213 raakte Nieuwpoort betrokken in de strijd tussen Engeland en Frankrijk. Volgens de “Jaerboeken van Veurne” kwam het Franse leger voor Nieuwpoort “ende overmeesterde dese stadt die hij [d.i. de Franse koning] geheel dede rooven ende verbranden”

De Keure ontsnapte op wonderbaarlijke wijze aan deze vernieling.

Begin september 1383 plunderde een coalitie van Gentse en Engelse legerbenden de open stad, die daarna aan de vlammen werd overgeleverd. Van het vroegere archief is niets overgebleven, tenzij de Keure. Die bevond zich op het moment van de plundering te Rijsel.

Ook tijdens de Groote Oorlog wist de Keure aan de vernieling te ontsnappen. Tijdens een reddingsactie o.l.v. de stadssecretaris Dobbelaere in november 1914 werden het archief, de kerkregisters, de bevolkingsregisters en de Keure afgevoerd naar Veurne en later ging de reis naar Frankrijk en De Panne. Nieuwpoort is de enige frontstad uit de Eerste Wereldoorlog die nog  over een volledig oud archief beschikt.

In 1923 vond het archief een onderkomen in het nieuwe stadhuis. De Keure ontbrak echter. Dit document dook in 1933 op in het Rijksarchief, afdeling Brugge. Nieuwpoort mocht dit stichtingsdocument weer in ontvangst nemen.

Anno 2023 is er sprake om de Keure in het Rijksarchief te Brugge onder te brengen.

De Keure overleefde de oorlogen en geweld.

op de achterzijde stadskeure

Achterzijde van de keure met de toegevoegde zin "De lege Novi Portus a Comite Philippo"

pers

Begin 14de eeuw bereikte de stad haar maximale oppervlakte met in het zuiden het marktplein met grote gebouwen zoals de Onze-Lieve-Vrouwekerk en de halle . In het oosten stond de Sint-Laureinskerk.

schets

Schets van Nieuwpoort omstreeks 1350, vóór de ommuring.

schets

Nieuwpoort omstreeks 1314 met O.L. Vrouwekerk, de St.-Laurentiuskerk, de halle en de burg.

plan

Plattegrond van de stad Nieuwpoort rond het midden van de 16de eeuw, door Deventer getekend, met aanduiding van 13de en 14de eeuwse plaatsen.

Nummer 5 : Het kasteel bestond uit 2 delen: Centraal stond de grote toren die als slot diende. Die leunde zowel links als rechts aan tegen de voormalige kruisbeuk van de verdwenen kerk. Vervolgens was er een neerhof. Er waren ook schuren, paardenstallen en huizen. In de toren, onderaan de wenteltrap, bevond zich de gevangenis.

Kaart (16de eeuw) met plaatsaanduidingen uit de 13de en 14de eeuw.

De straten liepen van zuid naar noord, d.i. van de markt en de O.-L.-Vrouwekerk naar de zanderige oever van de IJzer.

7:   O.-L.-Vrouwekerk, halle  en achter de halle, een school die afhing van de Sint-Niklaasabdij
6:  plaats van de geplande burg (na de oproer van 1236). Terrein Schipstal
5:    Sint-Laurentiuskerk met kerkhof
11:  Porteland met stadsweide
10:  primitieve kaai met, na 1360, een houten kraan
15:  brug over de IJzer

Straten: De actuele namen vind je terug op de kaart van ca 1314.
A:  Burgstrate en in het verlengde de Houtbrekerstrate (B)
C:   Marctstrate
D:  Sint-Marienstrate
E:   Hoghestrate
F:   Kocstrate
G:  Clikerstrate (ontstaan rond 1300)
H:  Dwarsstraten
R:  Grote Crucestrate

De “duersstraetkins” dienden zowel voor de verbinding met de hoofdstraten, als voor de afvoer van het afvalwater uit de huizen. Aan weerskanten van de stad bevonden zich afvoerkanalen (“ryole”).

Er waren ook twee “stoven” of badhuizen, de ene bestemd voor de mannen en de andere voor de vrouwen.

Port(e)land: In 1290 werd het grondgebied van Nieuwpoort aan de oostrand, uitgebreid met een terrein, het “porteland”, binnen de stadsgracht. Dit gebied diende als reserve voor een latere mogelijke uitbreiding van de stad. Daar groeide een nieuwe wijk, zonder duidelijke stratenplan,  rond de tweede Nieuwpoortse parochie van de Sint-Laureinskerk.

De Burg:
De jarenlange twist tussen de proosdij van Sint-Walburga van Veurne en de Stad Nieuwpoort kende in 1236 een dramatisch hoogtepunt. Drie priesters werden door de proosdij afgevaardigd om de problematiek te bespreken. De gemoederen waren echter zodanig verhit dat twee van de priesters door de Nieuwpoortenaren werden doodgeslagen. Een derde kon ternauwernood en zwaar gewond aan de dood ontsnappen.

Het vonnis na de bloedige onlusten bepaalde dat Nieuwpoort moest instemmen met o.a. de oprichting van een grafelijke dwangburcht aan de rand van de stad. Dat was op een terrein gelegen tussen de huidige Willem De Roolaan, de Potterstraat en de Arsenaalstraat. Nieuwpoort moest de bouw ervan zelf bekostigen. De heuvel werd aangelegd op het terrein geheten “burghlande oup ’t oude Schipstal”, maar veel meer dan dat blijkt er niet tot stand gekomen te zijn. Deze mote bleef slechts tot in 1241 bemand. De hoogte zelf werd in de volksmond “burg” genoemd.

De stadshalle.

halle

Er was al sprake van een soort halle in 1280. De inkomsten van de halle in 1292 werden gebruikt voor de bouw van de nieuwe Sint-Laurentiuskerk. Na de ramp van 1383, toen een groot deel van de stad vernield was, werd de halle tijdelijk als stadhuis gebruikt.

Het pand dat tot de Eerste Wereldoorlog bestond, werd omstreeks 1480 gebouwd. De Nieuwpoortse graanhalle behoorde tot het type van kleinere Vlaamse hallen uit de middeleeuwen.

Anno 1480, is de Halle met de halletoren binnen Nieuport ghebaut, daer op d’horlogie staet met Herman, syne sone, die d’ure slaen, constelyck gemaekt.” (Chronycke ende oprectgt verhael van den oorsprongh ende notabel gheschiedenissen van de stadt van Nieuport / Matthys Reynoudt, De Roo Thomas)

De oorspronkelijke halletoren werd in de volksmond ‘hermanstorretje’ genoemd. Men verwees hiermee naar Herman en zijn zoon, twee houten mannenfiguren die om het halfuur de tijd aanduidden. Naar alle waarschijnlijkheid is ‘hermanstorretje’ echter een verbasterde vorm van ‘uermantorretje’. De term zou gewoon verwijzen naar de aanwezigheid van een klok voor het slaan van het uur.

Boven de Stadshalle torende de vierkante, laatgotische belforttoren van 35 meter hoog uit. In deze toren hing de beiaard tot die in 1675 naar de beiaardtoren werd overgeplaatst. Boven één van de vooruitspringende poortjes, bevond zich een nis met het beeld van Sint-Anna (16de eeuw). Dit beeld overleefde de Eerste Wereldoorlog en bevindt zich tegenwoordig in de halle. In de loop der jaren onderging de halle verbouwingen en aanpassingen.

postkaart

In de loop der jaren werden er wijzigingen aan de halle aangebracht. Tegen 1900 waren de hoektorentjes op het belfort en de trap aan de gevel verdwenen. Dakkapellen maakten hun intrede.

In een nis aan de voorgevel bevond zich sinds de zestiende eeuw een houten beeld van Sint-Anna-ten-Drieën. Bij de eerste vernielingen in 1914 werd het beeld in veiligheid gebracht. Door toedoen van Franse mariniers kwam het terecht in de kapel van het hospitaal L’Océan in De Panne. Koningin Elisabeth bracht het beeld in 1924 naar Nieuwpoort terug. Vandaag bevindt Sint-Anna zich in de kamer onder de belforttoren op de eerste verdieping.  

halle    

sint-anna ten drien

Sint-Anna-ten-Drieën

 
 
 

De Halletoren die als mikpunt voor de Duitse artillerie  kon dienen, werd door de Belgische leger bij het begin van de oorlog gedynamiteerd.

Op 17 oktober 1914 werd de halletoren gedynamiteerd door het Belgisch leger, om te voorkomen dat het belfort een mikpunt zou zijn voor de Duitse artillerie. Vier jaar aan beschietingen deden de rest.

Halle 1918

1918

halle

De halle werd weer heropgebouwd in 1921. De vier hoektorentjes en de buitentrap verschenen weer, maar de dakvensters en het Sint-Annabeeld werden niet teruggeplaatst.

halle

In mei 1940 werd de Stadshalle geraakt tijdens een Duitse luchtaanval, met een gedeeltelijke instorting van het dak tot gevolg.

Een Duitse vliegtuigbom liet, op 24 mei 1940 , het dakvan de halle deels instorten.


halle  

Op 3 maart 1968 brak brand uit in het dakgebinte. (foto : David)

vogelmuseum

Na de Tweede Wereldoorlog vonden het Museum voor Geschiedenis en Volkskunde, het Pieter Braeckemuseum en later het Museum voor Vogels en Schaaldieren een onderkomen in de Stadshalle De musea werden ontmanteld in 1989 om een restauratie van de Stadshalle mogelijk te maken.

Na de heksenverbranding van 3 maart 1968 brak er omstreeks 22 uur brand uit in de halle. Het vuurwerk was er een uur voordien van afgestoken. De schade liep op tot 37.000 euro.

halle 2006

Halle 2006

De Stadshalle wordt nu vooral gebruikt als ontvangst- en tentoonstellingsruimte. Het belfort staat sinds 1999 samen met 23 andere belforttorens in Vlaanderen op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

De Sint-Laurentiuskerk: Het verhaal van de Duvetorre.

In 1383 werd Nieuwpoort door de Engelsen en de Gentenaren ingenomen en volledig vernield.

d’ Engelschen ende de Gentenaers trocken naer Nieupoort, namen die andermael in ende sloegen al de menschen doodt die sij aldaer vonden. Sij plunderden daer naer de stadt, roofden de kercke, ende trocken met hunnen buyt eensdeels te schepe naer Engelant ende eensdeels met wagens naer Bergen. Ende willende teeckenen van hunnen grammen moedt laten, staecken ze, eer dat sij van daer vertrocken, stadt ende kercke in brant. Niet een huys en bleef er over.

Van de Sint-Laurentiuskerk bleef enkel de vierkante toren over.

Na de verwoesting van de stad Nieuwpoort kreeg het stadsbestuur van Filips de Stoute de opdracht om de stad te versterken. Bij deze werken werd de ruïne  van de Sint-Laurentiuskerk in de stadsversterking opgenomen. De overgebleven toren ging deel uitmaken van het versterkte kasteel dat Filip de Stoute op het einde van de 14de eeuw bouwde. Omgeven door een achthoekige ringmuur, versterkt met halfronde torens werd deze residentie van de militaire bevelhebber van de vorst ingeplant in de nieuwe stadsgracht en via een ophaalbrug met de stad verbonden.


st-laureinskerk  

Ten jaere 1281 consenteerde Aegidius, abt van Sinte Nicolais van Veurne, dat de cappelle van Sinte Laurens staende binnen de lemitten van Onze Lieve Vrouw parochiekerke verheven wierd, uijt oorsaeke der menigte prochiaenen die er binnen Nieupoort waeren…
Door het stijgend aantal parochianen werd de aan Sint-Laurentius gewijde kapel, in 1281, tot parochiekerk verheven.

Met de bouw van de Sint-Laurentiuskerk, waarvan de duvetorre nog een restant is, zou pas in de eerste helft van de 14de eeuw zijn gestart.

In 1938 waagde Karel Loppens zich aan een reconstructietekening. De toren was vierkantig en stond in het midden van vier beuken. De toren zelf had een hoogte van ongeveer 36 m, zonder het puntdak meegerekend.


plan  

De oudste voorstelling van het kasteel vinden we op de kaart van J. Deventer uit 1570.

 

Schets van J. Termotte.
Boven: de kerk - midden 14de eeuw
Onderaan: het kasteel na de ombouwing (1385-1387)
Uit he beheersplan Onroerend erfgoed.

kasteel  

.plan kasteelDetail van de kaart van du Plouich, 1944

Detail van de kaart van Sanderus, 1635, met vermelding "Oude kerck nu het casteel"

   
   
 

Retabel geschilderd in de 16de eeuw en toegeschreven aan Lanceloot Blondeel.
In de linkerhoek zien we de toren van de Sint-Laurentiuskerk, later het kasteel. 
De details van de Stad Nieuwpoort zijn niet betrouwbaar.

 

In de 15de en 16de eeuw heeft het kasteel geen noemenswaardige wijzigingen ondergaan. In 1578 werd de afbraak van de toren bevolen, maar deze opdracht werd nooit uitgevoerd. Het kasteel werd in 1579 ontmanteld en werd niet meer gebruikt als woonst voor opperbevelhebbers.

Tot in de 19de eeuw werd het terrein rond het kasteel, kasteelland genoemd. Tijdens het proces van Jeanne Panne werd gemeld dat zij er een samenkomst met boze geesten zou gehad hebben.
up het casteellandt, alwaer ghy te saemen met hem [duivel] ghedanst hebt, met eene voilon waer op was spelenden eenen boosen gheest.

In de stadsrekeningen van 1578 was  er sprake van de Duvetorre. Of dit een verbastering is van duive(n)toren of duiveltoren is nog steeds niet duidelijk. K. Loppens verklaarde dat de naam afkomstig was van de heksenprocessen. Duiveltoren (Tour du diable) zou dan geëvolueerd zijn naar Duvetorre.

Tijdens de Hollandse bezetting, onderging de toren omstreeks 1825  een grote verandering. Het bouwvallig bovendeel werd afgebroken en het binnenste van het gebouw werd rond gemetseld. De toren werd als buskruitmagazijn gebruikt.

Tijdens de Slag van de IJzer, in oktober 1914, was de Duvetorre een richtpunt voor de vijand. De Belgische artillerie had er een observatiepost tot 24 januari 1916. De toren werd later tot een hoop stenen herleid.
In 1957 werd aan de toren een gedenkplaat, die herinnert aan de Compagnie Sapeurs-Pontonniers, onthuld.


29 augustus 1819: Tijdens de afbraak van een magazijn achter de Duvetorre vond men fresco’s die waarschijnlijk nog uit de Sint-Laurentiuskerk afkomstig waren.

 

De afgetopte Duvetorre, omgeven door magazijnen en een oud arsenaalgebouw.
ca. 1900


  duvetorre na wo i
De Duvetorre bij het begin van de Eerste Wereldoorlog.   De Duvetorre bij het einde van de Eerste Wereldoorlog.

De toren werd door de Duitsers gebruikt als referentiepunt voor het regelen van hun artilleriegeschut. Op 24 januari 1916 geraakte de Duvetorre zwaar beschadigd.

Kort na de oorlog werd het terrein met de nog slechts 14 meter hoge torenstomp afgestaan aan de stad Nieuwpoort teneinde het behoud ervan te verzekeren. Tijdens opruimingswerken in 1935 werden onder de vloer van de toren ook graven met geraamten gevonden. Sokkels van de zuilen werden duidelijk zichtbaar, evenals een paar halfcirkelvormige muren, die volgens Berquin vermoedelijk deel uitmaakten van het in 1385 gebouwde kasteel.


schets  

Toestand van de Duvetorre in 1820 in vergelijking met de huidige situatie.


pers

Verslag van de opgravingen aan de Duvetorre in 1934 door Karel Loppens.
Uit: Bachten de Kupe, 1985


huidige duvetorre   huidige duvetorre
     
huidige duvetorre   huidige duvetorre

De Duvetorre 2023.
De toekomstplannen voor Duvetorre voorzien consolidatie van de ruïne, maar geen restauratie. Er zou eveneens een toegankelijk beeldenparkje aangelegd worden.


ontwerpplan  

Voorstel uit 1987 om de Duvetorre en de resten van de oude vestingmuren op te nemen in een archeologisch park.


De duvetorre werd in 1983 beschermd als gebouw.
Volgens het beheersplan uit 2020, zijn diverse consolidatiewerken voorzien die moeten zorgen dat de ruïne in stand gehouden wordt.

Ook bestaan er plannen om de Duvetorre en het Bommenvrij, via een groene zone, met elkaar te verbinden.

Onze-Lieve-Vrouwekerk

De oorspronkelijk kapel werd in 1165 ingewijd. 6 jaar later sprak men al van een kerk. Oorspronkelijk was de kerk gewijd aan “Heilige Maria”. De Recollettenstraat heette vroeger dan ook de “Sinte-Mariastraete.” Door de aangroei van de bevolking werd de kerk, omstreeks de jaren 1300, uitgebreid.

Na de verwoesting van Nieuwpoort in 1383 bleven enkel de muren overeind. Volgens de stadsrekeningen van 1392 werden “bij honderde karen gruis uit de kerk weggevoerd”.

Door deze vernieling en het verdwijnen van de Sint-Laurentiuskerk werd de Onze-Lieve-Vrouwekerk uitgebreid tot een ruime kerk, rond de oude bestaande vieringtoren.

Begin 16de eeuw telde de stad Nieuwpoort een 5000-tal kerkgangers. In 1510, werd de kerk dan ook uitgebreid met een vierde koor en beuk, die in 1834 weer onder de sloophamer verdwenen.

1834: “Den 23 junij is aanbesteet het herstellen onzer parochiaele kerke… De vierde beuk der kerk beginnen af te breeken den 16 julij uijt hoofde de kerk zeer slegt was, al te groote onderhoud vereijschte, en groot genoeg was met drij beuken” Beschryving der Stadt ende haven van Nieuport…/ De Roo.


platte grond  

Detail van de plattegrond van du Plouich, 1644.

De O.-L.-Vrouwekerk telde 4 beuken.  De oorspronkelijke vieringtoren was vervangen door een dakruiter. Aan de kerk, werd omstreeks 1580, de beiaardtoren gebouwd.


Vermoedelijk was de oorspronkelijke vieringtoren bouwvallig geworden en werd die in de 16de eeuw vervangen door een dakruiter - een kleine, lichtere toren - met één of twee klokken. Omstreeks 1580 werd een nieuwe toren, de beiaardtoren, buiten de kerk gebouwd.

De O.L.Vrouwekerk telde van 1510 tot 1834, 4 beuken.
Omkaderd:  herinneringszuil van de vierde beuk. Deze bevindt zich nu ten zuiden van de kerk.

  plan kerk
 
    zuil ano 2023
zuil wo i  
   
De alleenstaande kolom aan de zuidkant van de hedendaagse kerk toont tot waar de vierde beuk reikte. Die zuil werd hier geplaatst tijdens de restauratie tussen 1900 en 1903. Op 11 februari 1914 werd het nieuwe reuze glasraam geplaatst…  
   
 

Zuil anno 2023

   

portaal van de kerk   binnenzijde kerk

Portaal van de kerk

 

Binnenzicht van de O.-L.-Vrouwekerk vóór 1914.


 

Omstreeks 1900 werden er hoognodige herstellingswerken aan de kerk uitgevoerd. herstelwerken aan de kerk

In de nacht van 21 op 22 oktober 1914 brandde de kerk uit. Na de Eerste Wereldoorlog werd de kerk omstreeks 1921 volledig herbouwd naar de plannen van architect J. Viérin. Hij voorzag ook een nieuwe toren, maar die zou er pas 30 jaar later komen.  In mei 1940 stortten het dak en de houten gewelven na een brand gedeeltelijk in. Kort na de tweede wereldoorlog werd de kerk opnieuw hersteld. De huidige constructie, met neogotisch interieur, dateert uit 1948

ruine kerk   ruine kerk
Ruïne van de kerk, 1916.    
postkaart  

De wederopbouw in 1922.
De kerk en de halle waren toen al afgewerkt, terwijl het stadhuis nog in opbouw was.

Naast de kerk, de ruine van de beiaardtoren.


pers
 

Verslag van de eerste misviering in de herbouwde O-L-Vrouwekerk.

luchtfoto nieuwpoort omstreeks 1994

Luchtfoto van Nieuwpoort, omstreeks 1924.

vernielde kerk   bouw kerk

In mei 1940 werd de kerk door een paar voltreffers geraakt.

 

Bouw van de kerk, na 1918.


kerk anno 2023
 

Kerk anno 2023

 

In 2013 werd de gevel van de kerk nogmaals onder handen genomen en werden de glas-in-loodramen vernieuwd.
Tijdens werken voorzien om twee nieuwe grote waterputten voor het westportaal in te graven, werden al op een halve meter diepte archeologische vondsten ontdekt. Gedurende enkele maanden in 2019 en 2020 groef BAAC Vlaanderen 270 skeletten en menselijke resten op.  De graven dateren uit de periode van de late middeleeuwen tot de 19de eeuw.

Tot het einde van de 14de eeuw bleef Nieuwpoort een “open stad”. Er was een ring van waterlopen rond de stad, maar die boden weinig bescherming. Na de verwoestende raid door de Engelsen in 1383, besefte Filips de Stoute hoe kwetsbaar zijn graafschap was. Na de verbouwing van de Sint-Laurentiuskerk tot kasteel, werd de gordel rond de stad aangepakt.

Bakstenen stadsmuren, hier en daar onderbroken door talrijke puntige stenen torens en drie stenen stadspoorten, werden opgetrokken. Aan de buitenzijde van de vestingen werden de grachten verbreed. Het zeewater kon via een sluizensysteem aan- of afgevoerd worden.

Met de nieuwe beschermende gordel was de stadsruimte flink verkleind. Het grootste deel van het westelijke kwartier werd ingenomen door de nieuwe stadswallen en door de brede grachten. De binnenstad strekte nog tot aan het kasteel.

Vanaf omstreeks 1480 boden de stenen muren geen weerstand meer tegen de ijzeren kanonballen. Rond 1530 werd een nieuw front ontwikkeld. Op de hoeken kwamen vijfhoekige bastions met dezelfde hoogte als de muren. Die vorm vermeed elke dode hoek. Vanop het bastion kon men de aanvaller met kanonnen onder vuur nemen.


platte grond 1644  

Detail van de plattegrond van du Plouich, 1644.


De O.-L.-Vrouwekerk telde 4 beuken.  De oorspronkelijke vieringtoren was vervangen door een dakruiter. Aan de kerk, werd omstreeks 1580, de beiaardtoren gebouwd.


 Plan van Vedastus du Plouich, omstreeks 1649

Vanaf 1578 werd de middeleeuwse stadsmuur verstevigd. Er werden bastions op de vooruitspringende torens, voor het kasteel, voor de poorten en op de strategisch belangrijke westkant van de stad, gebouwd.
5 poorten boden toegang tot de stad:

  • Aan de havenkaai waren er twee poorten: de Grote Cayepoort (1) en de Noordpoort (2).
  • De Oostpoort, in het verlengde van de Langestraat.(3)
  • De Zuidpoort, richting Veurne.(4)
  • De Westpoort bij de Stegertoren.(5)

Op dit stadsplan vinden we:

  • Aan de haveningang, een vooruitgeschoven toren, de Stegertoren.(6)
  • De O.-L.-Vrouwekerk
  • De Halle
  • Het Kasteel
  • Het Stadhuis (7)

2 kleine dwarsstraten (duerstraetkins) liepen van oost naar west:

  • In 1313 waren al die straatjes reeds aanwezig. Men noemde ze gewoon dwersstraatjes.
  • De naam  Ankerstraat kwam er pas tijdens het Frans bewind. Waarschijnlijk was die benaming afkomstig van de Angwerstraat (handwerk), waarmee men de Spellewerkersstraat moest verstaan.
  • Tussen de huidige Langestraat en Kaai, vormden kleine straatjes een kronkelende lijn van oost naar west. Die verdwenen na de Eerste Wereldoorlog, toen de Kaai breder heraangelegd werd.

platte grond 1635
  Plattegrond Vedastius - Op het plan : De houten havenkraan.  (lichter vierkant)

De houten havenkraan werd voor het eerst in 1380 vermeld. Die bevond zich op de “dam”, een primitieve kaai, waar de wijnschepen, komende van La Rochelle, gelost werden en waar goederenschepen aanmeerden.
Tijdens de winter van 1463-1464 is, volgens de stadrekening, de Nieuwpoortse kraan “metten grooten winde” omver gevallen en gebroken. In 1468 was de nieuwe kraan voltooid. Dit toestel stond op de Kaai bij de “Groote Caypoort”.
In een stedelijk reglement van 8 juli 1675 werd de kraan op het “craenhooft” voor het laatst vermeld. Na dat jaar, zag Nieuwpoort er blijkbaar van af om de kraan telkens opnieuw te laten herstellen.

houten kraan   houten kraan

Op het luik "Haven van Nieuwpoort" van Lanceloot Blondeel staat een draaibare houten havenkraan.

 

Replica van een houten havenkraan (Brugge)


Vanaf 1583, rustten de Spanjaarden de haven uit met een aantal nieuwe forten om de sluizen beter te controleren:

  • Het Fort van de Kleine Vierboete: de vuurtoren lag op het knooppunt van de Groenendijk en de linker havendijk. Deze plaats was van groot belang omdat men van hieruit de Lenspolder onder water kon zetten. In 1593 werd de Kleine Vierboete omringd door een sterkte, die het Fort van de Vierboete werd genoemd. Later werd dit fort uitgebreid en in 1691 door de Franse krijgsingenieur Vauban merkelijk vergroot en aangepast. Door de zware beschadigingen tijdens de belegering van Nieuwpoort door de Fransen in 1793 en 1794 werd de Kleine Vierboete afgebroken.
  • Het Fort van Nieuwendamme was een versterking rond de ontwateringsluis van Nieuwendamme. In 1585, tijdens de godsdienstoorlogen, beval het Spaanse hof om er een vierkante sperfort te bouwen. Het fort van 115 op 115 m, met ruime bastions op de hoeken, maakte deel uit van een verdedigingslinie tegen de uitvallen van de Geuzen vanuit Oostende. Ondanks het feit dat het fort sinds 1981 een beschermd monument is, vervagen de laatste sporen door het omploegen van de grond.

kaart

detaikaart 1696

Tijdens de Spaanse bezetting werden eerst de (gele) ravelijnen opgetrokken. Daarna het hoornwerk of redan. Op het einde van de 17de eeuw werden de (rode) ravelijnen aan de west- en oostkant van de stad gebouwd.
Cirkel = het fort van de Kleine Vierboete.
Toestand in 1696.

Nieuwpoort paalde als Spaanse grensstad aan Frankrijk. De vesting won hierdoor aan strategisch belang.

Het kasteel werd ontmanteld en de vestinggrachten en muren aldaar zo gewijzigd dat de toren van de oude Sint-Laurentiuskerk nu opnieuw binnen de stadswallen kwam te liggen.

Onder de Spaanse koning Filips II werd de vesting  tussen 1645 en 1650 van een gordel ravelijnen voorzien. Een ravelijn is een buitenwerk van een vesting.  De Spanjaarden behielden de bestaande ravelijnen en vulden ze aan met nieuwe en met een bedekte weg. Daar waar ze de stad niet via de onderwaterzetting kunnen beschermen, laten ze nog 5 ravelijnen rondom de stad bouwen.


Naar du Plouich: noordzicht op Nieuwpoort, 17de eeuw.


kaart  

Kaart uit 1702 met de locatie van het fort van Nieuwendamme.

Aan de overzijde van de kaai ligt de pijlschans of redan.


Vanaf 1583, rustten de Spanjaarden de haven uit met een aantal nieuwe forten om de sluizen beter te controleren:

  • Het Fort van de Kleine Vierboete: de vuurtoren lag op het knooppunt van de Groenendijk en de linker havendijk. Deze plaats was van groot belang omdat men van hieruit de Lenspolder onder water kon zetten. In 1593 werd de Kleine Vierboete omringd door een sterkte, die het Fort van de Vierboete werd genoemd. Later werd dit fort uitgebreid en in 1691 door de Franse krijgsingenieur Vauban merkelijk vergroot en aangepast. Door de zware beschadigingen tijdens de belegering van Nieuwpoort door de Fransen in 1793 en 1794 werd de Kleine Vierboete afgebroken.

  Het fort van de Kleine Vierboete. kaart

Nieuwpoort paalde als Spaanse grensstad aan Frankrijk. De vesting won hierdoor aan strategisch belang.

Het kasteel werd ontmanteld en de vestinggrachten en muren aldaar zo gewijzigd dat de toren van de oude Sint-Laurentiuskerk nu opnieuw binnen de stadswallen kwam te liggen.

Onder de Spaanse koning Filips II werd de vesting  tussen 1645 en 1650 van een gordel ravelijnen voorzien. Een ravelijn is een buitenwerk van een vesting.  De Spanjaarden behielden de bestaande ravelijnen en vulden ze aan met nieuwe en met een bedekte weg. Daar waar ze de stad niet via de onderwaterzetting kunnen beschermen, laten ze nog 5 ravelijnen rondom de stad bouwen.


 

plan

Fort van Nieuwendamme.


Het Fort van Nieuwendamme was een versterking rond de ontwateringsluis van Nieuwendamme. In 1585, tijdens de godsdienstoorlogen, beval het Spaanse hof om er een vierkante sperfort te bouwen. Het fort van 115 op 115 m, met ruime bastions op de hoeken, maakte deel uit van een verdedigingslinie tegen de uitvallen van de Geuzen vanuit Oostende. Ondanks het feit dat het fort sinds 1981 een beschermd monument is, vervagen de laatste sporen door het omploegen van de grond.

plan redan  

Aan de overzijde van de kaai, waar nu een zandverwerkend bedrijf gevestigd is, bouwden de Spanjaarden, omstreeks 1700, een hoornwerk: de redan. Dit was een eenvoudige versterking bestaande uit twee wallen, die elkaar raakten in een hoek van 90 graden. 120 jaar later werd de redan tijdens het Nederlands bewind nog versterkt.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de redan één van de weinige bruggenhoofden van de geallieerden, op de rechteroever van de IJzer.

In de jaren 1920 werd de redan door de Belgische genie “gerestaureerd” in dezelfde stijl als de Dodengang in Diksmuide en opengesteld voor de vele ramptoeristen. Na de Tweede Wereldoorlog, werd het gebied volgespoten met slijk uit de haven en geleidelijk vervangen door wegen en bedrijven.

Fort van Nieuwendamme, begin 18de eeuw.
Uit:  Nieuwpoort versterkte stad / Dienst Cultuur m.m.v. werkgroep Frans-Vlaanderen.

Kaart uit de toeristische gids “Le redan de Nieuport, guide touristique illustré”:

  • De grote redan (met commandoposten = PC uit de Eerste Wereldoorlog)
  • De kleine redan
  • Cavalier of kat: een verhoogd gedeelte aan de hoofdwal
  • Poedermagazijn: De muren waren 3 m. en het gewelf 1,45 m. dik. In 1914 schuilden hier Belgische soldaten. De Duitse obussen gleden over het gewelf zonder ernstige schade te berokkenen. Daarom noemden de soldaten dit "la maison de caoutchouc". In de Tweede Wereldoorlog doorboorde een Engelse bom het gewelf. Buiten dit ene gat was het gewelf ongeschonden. Met de aanleg van de haven werd dit gebouw gesloopt.
  • Loopgraven
plan   1915: De redan met onderaan het poedermagazijn.
De sporen van de scheepswerf Vandenabeele zijn nog zichtbaar.

.

Overblijfsel van de loopgraven, na de Eerste Wereldoorlog.


 

Dak van het poedermagazijn, later "maison de caoutchouc" genaamd, voor 1914.


 

In de jaren 1920, de "gerestaureerde" redan.


Het reliëfplan van Nieuwpoort

De verzameling reliëfplannen van de versterkte plaatsen werd in opdracht van koning Lodewijk XIV aangelegd. Dit gebeurde vanaf 1668, op het ogenblik dat een gedeelte van Vlaanderen bij Frankrijk werd ingelijfd. Die plannen hadden vooral een militair nut en lieten de voorbereiding van militaire operaties toe. De verzameling was geheim en de persoonlijke toelating van de koning was nodig om de plannen te mogen bekijken.

Het reliëfplan toont Nieuwpoort met de Spaanse versterkingen opgetrokken in de 17de eeuw. Het plan bevindt zich in het Hôtel des Invalides te Parijs, samen met de plannen van Franse en andere Belgische versterkte plaatsen.


  Reliëfplan gemaakt in 1698.
Afmeting 5,15 x 3,73 m.
Het plan ligt op 6 tafels en werd in hout, papier, zijde en metaal gemaakt.
 

   
    De O.-L.-Vrouwekerk met 4 beuken. De beiaardtoren, in 1673 opgetrokken.

Detail van het reliëfplan met de oude toren van de Sint-Laurentiuskerk, later  het kasteel.

 

De Nieuwpoortse beiaard vond zijn oorsprong in de halletoren. Aanvankelijk werd hier eerst een uurklok geplaatst. Een houten man die “slaende en beteekenende de ueren van den daghe ’t marct” werd omstreeks 1418 toegevoegd. Om de bevolking te verwittigen van het nakend  tijdsein, werden kleine klokjes bij de uurklok als voorspel gevoegd.

Halverwege de 16de eeuw werd een eerste beiaardtoren naast de kerk gebouwd. Deze toren was geen lang leven beschoren want vijftig jaar later bouwde men op dezelfde plaats een nieuwe toren, die in 1914 vernietigd werd.

Het gebrek aan ruimte in de kleine halletoren en de voltooiing van de nieuwe “kerktoren” in 1673 hadden als gevolg dat de beiaard  overgebracht werden naar deze beiaardtoren.

Door geldproblemen werd het oorspronkelijk plan, zoals te zien is op de kaart uit 1644, niet uitgevoerd. Gekomen aan een derde van de geplande hoogte, werden de werken stilgelegd. Pas in 1674 bedekte men dit gedeelte met een lantaarn, waarin de beiaard ondergebracht werd.

Het onderste vierkant gedeelte tot boven de kornis was 26 meter hoog en, in vergelijking met het plan van du Pouich, kan men zien dat de toren ten minste driemaal zo hoog had moeten worden.

  beiaardtoren

De beiaardtoren werd slechts tot de letter b gebouwd, 1/3 van het oorspronkelijk hoogte.


beiaardtoren  

beiaardtoren
De winkel van Bollies werd in 1906 afgebroken. Zo werd de doorgang naar de Kerkstraat verbreed.

De beiaardtoren met de winkel van Bollies.

 

 

Pas veertig jaar na de bouw van de "kupe", het onderste deel van de toren, werd de "lanteern" of de "hoed" zoals de Nieuwpoortenaars het bovenste deel noemden, geplaatst.

  hoed beiaardtoren

ontploffing beiaardtoren   Op 17 oktober 1914 maakten de Belgische genietroepen aanstalten om het bovenste deel van de beiaardtoren op te blazen. Eerst werd er geprobeerd om de toren in brand te steken. Toen een officier het groot aantal zware eiken balken zag, werd er beslist om het geheel te dynamiteren. Driemaal werd er herbegonnen, vooraleer de lantaarn naar beneden stortte. De “kupe” bleef rechtstaan tot in januari 1916.

In 1918 bleef slechts een grote puinhoop met een stuk muur over. Bij de ruinen van het puin werd de eerste steen, die op 1 april 1631 gelegd teruggevonden.   vernielde beiaardtoren
   

1918 vernielde beiaardtoren


Na de Eerste Wereldoorlog was de beiaardtoren tot een puinhoop herleid.
Het zou 38 jaar duren vooraleer er een nieuwe beiaardtoren naast de kerk prijkte. Deze neogotische toren was een ontwerp van Jos en Luc Viérin.
De beiaard werd nu als muziekinstrument in de klokkenkamer opgesteld en niet meer in de lantaarn, zoals vroeger gebruikelijk was. In 1992 werd de hele installatie (met uitzondering van de klokken) vernieuwd.

  de nieuwe beiaardtoren  

De huidige beiaardtoren heeft een hoogte van 54 meter.


speeltrommel   klokkenspel

1952, speeltrommel van de beiaard.

 

klokkenspel


Tijdens de 18de eeuw kwam Nieuwpoort in Oostenrijkse handen. De stad verliest zijn strategisch belang  en vanaf 1713 kwam de vesting in verval. De aanvalstechnieken met krachtige kanonnen en mortieren maken een efficiënte verdediging moeilijk.

“1740-1745: De fransche krygsbenden rukken in de Oostenryksche Nederlanden binnen; Nieuport en Oostende maken zich tot verdediging gereed. Tegen alle verrassing zet men het omliggende onzer stad onder water. De wateren blyven er vyf jaren lang staan, tot de Franschen …den 5 September 1745 Nieuport innemen.” Uit: Geschiedenis der Stad Nieuport / Amand Meynne

Vijf jaar lang had Nieuwpoort weerstand kunnen bieden, niet door de versterkingen, maar door de beproefde onderwaterzetting. De inname van Nieuwpoort door de Fransen was het eerste succesvol beleg sinds de versterking van Nieuwpoort eind 14de eeuw.

De Oostenrijkse vorst, Jozef II oordeelde dat versterkte steden te veel kosten en dat de garnizoenen te belastend waren voor de gewone man, die moest instaan voor het onderhoud van de beschermingen. De wallen rond Nieuwpoort werden in 1783 afgegraven… zodat de Fransen in 1794 de stad wisten in te nemen.


1745 nieuwpoort
 

De onderwaterzetting werd, in de loop der eeuwen, systematisch als verdediging toegepast. "Inondation de Viobout" = overstroming van de Vierboete.
Kaart uit 1746.

 

belegering1745  

De belegering van Nieuwpoort door de Fransen in 1794.


1746 nieuwpoort

 

Tijdens de belegering van 1793-1794 belette het water aanvankelijk de Franse generaal Vandamme  Nieuwpoort in te nemen. Na anderhalve maand belegering werd de stad onderdeel van het Franse rijk.

Weetje: de benaming Coupe-Gorge werd gegeven aan het punt waar de Oude-Veurnevaart de vestingen kruiste. Er bestond daar een doorsnee (coupe) in het opgeworpen aardewerk om het water door te laten. Die doorsnee had min of meer de vorm van een ravijn (Gorge).

 

 

In het 5de jaar van de Franse Republiek (1797) werden er plannen gemaakt om de afgegraven wallen en vervallen vesten te versterken. Die plannen werden echter niet uitgevoerd.

 

Na de val van Napoleon in 1815, kreeg Nieuwpoort binnen het Koninkrijk der Nederlanden een rol in de nieuwe fortengordel tegen Frankrijk.  Twee jaar later werd de aanzet tot een grondige herwerking van de stadsversterking gegeven:

  • Nieuwpoort werd omringd met een muur van 2,685 km, van 1 meter dik, op 4 meter hoog. Die volgde het tracé van de W. De Roolaan, Elisabethlaan, in het noorden ongeveer waar de tramsporen nu lopen en in het westen doorheen het huizenblok tussen de Astridlaan en de Parklaan. (13)
  • Er waren negens bastions en de ringgracht was 30 tot 80 meter breed. (15)
  • In het hoornwerk (redan) (4) werd een kruitmagazijn voltooid. Dit was het “maison de caouthouc”. Deze benaming kwam er tijdens de Eerste Wereldoorlog omdat de granaten afschampten van het dak.
  • Aan de westkant, waar nu de Astridlaan loopt, bouwde men drie kazernen met versterkte kazematten. (19) De gewelven bestonden uit vijf lagen bakstenen.
  • In de zomer van 1819, werd de Duvetorre met een derde verlaagd, van vijf naar drie verdiepingen. (14)
  • Op 20 februari 1821 werd de eerste steen gelegd van het arsenaal op het zgn. kasteelland. Dit gebouw kreeg later de naam van Bommenvrij. (11)
  • Wat verder werd een arsenaal-magazijn opgetrokken in wat nu de Arsenaalstraat is. Dat gebouw heeft ook de Eerste Wereldoorlog overleefd maar verdween later. In 1919 werd in dit arsenaal de eerste mis na de oorlog opgedragen. (10)
  • Dit arsenaal, een geniedepot en kazernes omringden het oefenterrein in het zuidoosten van de stad.

  vesting 1818-1822

vesting Nieuwpoort 1818-1822


In 1817 begon men aan de enorme versterkingswerken. Door het mislukken van de oogsten in Europa werd ook Nieuwpoort getroffen door schaarste en armoede. De werken zorgden voor een extra inkomen voor de Nieuwpoortse arbeider. Ook wie een soldaat onderdak bood, kon wat bijverdienen.

“1817:Op den 6 8bre [oktober]is men alhier met meerdere manschap beginnen voort werken aan de nieuwe te maeken fortificatien dezer stadt tot selfs wierden aenveert alle de vrauws persoonen die maer wilden werken. …”

“1818: Op den 20 junij 1818 is alhier met veel pligtigheid geleijd den eersten steen der nieuw te bauwen vestings meuren dezer stad.

“1819: Den 12 october was den nieuwe gemaekten stads-muer gantsch volmaekt.” (Chronycke ende oprectgt verhael van den oorsprongh ende notabel gheschiedenissen van de stadt van Nieuport / Matthys Reynoudt, De Roo Thomas)

De kosten van de volledige verdedigingswerken van Nieuwpoort over een periode van drie jaar bedroegen, omgerekend, 450.000.000€.


na 1918  

Ruïnes van de kazernen aan het oefenplein (Arsenaalstraat).


Het Bommevrij: overblijfsel van het versterkt Nieuwpoort.

Dit arsenaal, gebouwd in de jaren 1820-1822, is het laatste overblijfsel van de grondige stadsversterking tijdens het Nederlands bewind. Het gebouw maakte deel uit van een uitgebreide militaire infrastructuur.   Hier werd oorlogsmateriaal en kruit in eiken vaten opgeslagen. Het kon de reserve voor een beleg bevatten.

Het Bommevrij en de Duvetorre zijn de enige gebouwen die beide wereldoorlogen overleefden. Door de 2 meter dikke muren en het enorme dak was het oud arsenaal bomvrij en was het de ideale schuilplaats tijdens de Eerste Wereldoorlog. Er was zelfs een ondergrondse verbindingstunnel richting Langestraat.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog sloeg een vliegtuigbom doorheen het dak.

Het Bommevrij, dat in 1994 beschermd werd, kende heel wat invullingen. Het voormalig arsenaal diende ooit als gevangenis, brandweerkazerne, schuilplaats, noodkerkje, opslagplaats voor een bouwfirma, tentoonstellingsruimte, atelier voor de oorlogsherdenking CWRM, kunstatelier,…

Het toekomstplan voorziet in een groene verbindingsstrook tussen het Bommevrij en de Duvetorre. Bommevrij zou een nieuwe functie krijgen, met name deels als academie en deels voor beeldende kunstenaars.


(Pijl) Het poedermagazijn of arsenaal, dat tijdens de oorlog de naam Bommevrij kreeg.

  arsenaal

luchtfoto voor 1914  

Nieuwpoort voor 1914.
Onderaan het Bommevrij aan het voormalig oefenplein.


ruine va duvetoren en bommenvrij   bommenvrij en kazerne

Ruïne van de Duvetorre en Bommevrij

 

1918 Ruïnes van de kazernen en Bommevrij.


. Bommevrij voor de dakrestauratie

De Hollandse stadsversterking bleef echter maar kort operationeel. Na de ontmanteling van Ieper en Menen, was Nieuwpoort aan de beurt. Onder hevig protest werd in 1861 gestart met het afbreken van de versterkingen.

“1861- Door het nieuw oorlogstelzel in ons land worden de sterkten onnodig bevonden. … Onze schoone aldersterkste vesting, zoo schoon rond beplant met duijzende boomen is ook in ongenaede gevallen” Beschryving der stad ende haven van Nieuport in het graefschap Vlaenderen…/ Rybens Joannes en De Roo Thomas, vader en zoon.

Thomas De Roo (zoon) verwoordde de afschuw van de bevolking:
“1861 junij – Dadelijk hebben zij begost om die schoone gebouwen [kazernen] te vernielen. Het was geene afbraak, t’was eene verwoesting. De vouten van vijf Veurensche brijken dik, de mueren wierden met houweelen of met zorg afgebrooken, neen, men deed ze met kruijd springen.”

Na het vertrek van het garnizoen, werden in 1863 de overgebleven militaire gebouwen aan de stad overgedragen.

Vijf jaar na de start van de afbraakwerken, werd de laatste poort, de Ieperpoort, gesloopt.

“1866 22 8bre – De laeste poort onzer stad, zijnde de Iperpoort, beginnen te ontblooten om aftebreeken, de overwelfde wagt en portierswooning reeds afgebroken zijnde… Nu is het al gedaen met onze schoone en sterke vesting en blootgesteld aan alle rampen die nog konnen gebeuren…

Onze stad ziet er nu uijt als een buijten plaets.

Nieuwpoort was, na vijf eeuwen, weer een open stad.


Plan uit 1914, door Leo Hinneman getekend.
Stilaan kwam er buiten het tracé van de oude omwalling bebouwing bij.


Luchtfoto uit 1911.


Sinds 2022 kan het grote publiek de maquette van Nieuwpoort, in de Onze-Lieve-Vrouwekerk gaan bewonderen. Deze bevond zich vroeger op de eerste verdieping van het stadhuis.

Het geheel toont Nieuwpoort als middeleeuwse vestingstad, met een duidelijk herkenbaar dambordvormig stratenpatroon en de nu verdwenen stadsomwalling.

Deze maquette is vooral een didactische voorstelling, gebaseerd op de kaart uit 1560, van Jacob Deventer, in combinatie met de kaart van Antonius Sanderus uit 1640. Ook de Franse maquette van Louvois uit 1690, die zich te Parijs bevindt, was een inspiratiebron.

“Het uitgebouwde kasteel met ringwal en de O.L.Vrouwekerk met 4 beuken kloppen, maar de ommuring daarentegen klopt niet”, wist G. Demerre te zeggen. “Als evocatie is de maquette fantastisch, al blijft het geen historisch document.”


In 2004 kocht Nieuwpoort deze maquette aan. Het geeft een beeld van het middeleeuwse Nieuwpoort, toch kloppen heel wat elementen niet: de gebouwen zijn te groot en te weinig talrijk per huizenblok en de straten zijn in verhouding te breed.

 
   
 

 

Het kasteel met ringwal.

 

De vierbeukige O.L.Vrouwekerk.

Kasten

collage kasten

documenten in kasten

Bronnen:

Alle informatie vind je terug in de regiocollectie van de bibliotheek.

o.a.

De vroegste geschiedenis van Nieuwpoort. Een havenstad en omgeving in Westelijk Vlaanderen tot 1386 / R. Degryse
Nieuwpoort, versterkte stad (tentoonstelling in 2006)
Elck zegg ‘het voorts:

  • 2012/03 Artikel: Verwoesting van Nieuwpoort 1383 / Demerre
  • 2015/03 Artikel: Oprichting van de beiaardtoren 1539-1543 / Demerre
  • 2016/01 Artikel: Afscheid uit Nieuwpoort (Opdoeking garnizoen) / Demerre
  • 2016/03 Artikel: Galge-stick ofte plaetse patibulaire te Nieuwpoort / Demerre

België onder de wapens 2: Be-Vestigd verleden / Robert Gils.
Geschiedenis van Nieupoort / K. Loppens
Sint-Laurentiustoren (“Duvetorre”) 1281 – 1981 (Prijsvraag)
De ruïne van de Sint-Laurentiustoren (vulgo Duvetorre) in Nieuwpoort. Beheersplan onroerend erfgoed, 2020.
Artikel “Het kasteel en de eerste kapiteins van Nieuwpoort (1385-1489)” / R. Degryse – Hand. Gen. 132 – 1-2/1995
Belgische steden in reliëf. Plannen opgenomen door Franse militaire ingenieurs XII-XIXde eeuw: Nieuwpoort
Grasduinen in de geschiedenis van de Nieuwpoortse beiaard / Els Debevere
Klokkenspellen en beiaarden in West-Vlaanderen / Baert K e.a.
Vierdaagse van de IJzer:
1998 Artikel: Nieuwpoort, beveiligde stad / G. Demerre

MET DANK AAN:
Etienne Desaever, Daniël Moeyaert, Mario Couvreur, Etienne Heyde en Walter Lelièvre.

opmaak website februari 2024